Fruit is lekker
Iedereen weet het, fruit is gezond!
Maar waarom dan eigenlijk?
Fruit is goed voor de gezondheid en hangt samen met een lager risico op hart- en vaatziekten.
Het eten van fruit hangt samen met een lager risico op diabetes type 2, darmkanker en longkanker.
Hoe kan dat dan?
Fruit levert weinig calorieën en veel vitamines, mineralen en voedingsvezels. Fruit levert ook koolhydraten. Daarnaast bevat fruit een groot aantal bioactieve stoffen, zoals carotenoïden, lycopenen en flavonoïden. Fruit bevat ook zuren en suiker. Avocado is een van de weinige vruchten die relatief veel vet en dus ook veel calorieën bevatten. Het zijn echter wel de onverzadigde vetten, dus de gezonde vetten.
De hoeveelheden voedingsstoffen verschillen erg tussen de verschillende fruitsoorten. Ook binnen dezelfde soort kunnen verschillen bestaan. Afhankelijk van het ras, het seizoen, bodem, bemesting en klimaat kunnen de hoeveelheden voedingsstoffen variëren. Er zijn geen aanwijzingen dat biologisch geteeld fruit meer voedingsstoffen bevat.
Vitamine C zit vooral in zwarte bessen, papaja, kiwi, citrusfruit en aardbeien. Appels bevatten weinig vitamine C. Vruchten in blik of glas bevatten meestal weinig vitamine C. Ongeveer 16% van de gemiddelde hoeveelheid vitamine C die iemand binnenkrijgt komt uit fruit. Gedroogd fruit bevat geen vitamine C. Vitamine C gaat namelijk verloren bij het drogen. Wel bevat het de andere voedingsstoffen uit fruit, maar ook veel suiker.
Foliumzuur (vitamine B11) is nodig voor de groei en het in stand houden van het lichaam en voor de aanmaak van rode en witte bloedcellen. Foliumzuur is voor ongeveer 6% van wat de Nederlander gemiddeld binnenkrijgt afkomstig uit fruit. Aardbeien en sinaasappel bevatten veel foliumzuur.
Kalium is belangrijk voor een normale bloeddruk. Het zit vooral in banaan, krenten en rozijnen. In appel zit niet zo veel kalium, maar omdat we deze vrucht veel eten, is het toch een belangrijke kaliumbron. Ongeveer 7% van het kalium dat de Nederlander gemiddeld binnenkrijgt, is afkomstig uit fruit.
Koolhydraten leveren energie. Fruit levert dit vooral in de vorm van suiker. Daarnaast bevatten sommige fruitsoorten wat zetmeel, zoals bananen. Ongeveer 10 tot 15% van het gewicht van fruit bestaat uit suiker. Er zijn uitzonderingen. Zo bevat citroen minder dan 1% suiker en de dadel meer dan 60%. Groente en fruit leveren samen 5% van de hoeveelheid energie die de gemiddelde Nederlander binnenkrijgt. Groenten zijn goed voor 3%. Uitgelekt fruit op sap uit blik of glas levert weinig extra suiker. Uitgelekt fruit op siroop uit blik of glas levert over het algemeen wel extra suiker.
Fruit is een goede bron van voedingsvezels. Deze zijn belangrijk voor een goede darmwerking. In Nederland is fruit gemiddeld goed voor ongeveer 11% van de totale hoeveelheid voedingsvezel die iemand binnenkrijgt.
Het algemeen advies is om minimaal 2 porties (200 gram) fruit per dag te eten.
In onze weekmenu’s proberen we fruit op verschillende manieren te laten zien en in het menu op te nemen.